Mgr. de Jong tijdens de catechese van de
Wereldjongerendag, woensdag 24 juli

“Het ligt niet meteen voor de hand dat christenen worden beschouwd als het ‘zout van de aarde’”, gaf Mgr. De Jong toe. Zien veel mensen christenen niet juist als “remmers in vaste dienst om de voortgang van de wereld tegen te gaan?”. Hij stelde niettemin dat christenen wel degelijk over een eigen ‘smaakmaker’ en ‘pepmiddel’ beschikken, in de persoon van Jezus Christus. Een leven van gebed kan tot een intens spannend bestaan uitgroeien, aldus De Jong, waardoor christenen “geen XTC nodig hebben”.

De Roermondse hulpbisschop wees bovendien op de functie van zout als (maatschappelijk) geneesmiddel. Christenen moeten zich verplicht weten om méér te zijn dan “een club mensen die het goed met elkaar weten te vinden”. Het recept voor het geneesmiddel zag Mgr. De Jong in de ontwikkeling van het christendom tot een ‘lifestyle’, waarin de goede karaktereigenschappen van het christelijk geloof uitgroeien tot ‘merkeigenschappen’. Bovenal bestaat de christelijke levensstijl uit de combinatie van geloof, hoop en liefde, waarin het niet gaat om de ander in te schakelen voor eigen gewin maar de vraag centraal staat: “wat kan ik voor jóu doen?”.

Ook op het gebied van seksualiteit zouden christenen het ‘zout van de aarde’ kunnen zijn. Christenen zijn in staat om seksualiteit wat “te relativeren”, zodat ze niet gefixeerd raken. Mgr. De Jong wees op de waarde van kuisheid vóór het huwelijk. De Roermondse hulpbisschop daagde de Nederlandse en Vlaamse jongeren uit om de moed te hebben ‘nee’ te zeggen tegen seks vóórdat zij een levenslange liefdesrelatie hebben gesloten en tijdens de Wereldjongerendagen in Toronto hierover een belofte af te leggen.

 

Terug

 

Samenstelling, vertaling  en bewerking: © 2001-2002, Stichting InterKerk, Poeldijk
Bron: www.katholieknederland.nl
20020726.01